Het Nationaal Park Hohe Tauern behoort tot de meest indrukwekkende hooggebergtes ter wereld. In het Raurisertal ontdekken natuurliefhebbers alle hoogtezones, van de dalen tot de toppen van de drieduizenders – en een zomer vol inspiratie.

Oorspronkelijk, verbonden met de natuur, onvergetelijk: Het schilderachtige hoogdal in de Goldberggruppe draagt alle kenmerken en bijzonderheden van het 1.800 km² grote Nationaal Park Hohe Tauern in zich. Vijf zijdalen vertellen fascinerende verhalen over Tauerngoud en roofvogels, oude Romeinse wegen en laatmiddeleeuwse muilezelpaden. Krachtige drieduizenders omlijsten de grootste gemeente in het Nationaal Park Hohe Tauern. Het observatorium op de met gletsjers bedekte Hohe Sonnblick (3.106 m) is Oostenrijks hoogste meteorologische waarnemingsstation en een van de belangrijkste in de Alpen.

Wandelen in de voetsporen van de goudzoekers

In het Rauriser Talschluss Kolm Saigurn toont het Nationaal Park Hohe Tauern zich in een betoverende oorspronkelijkheid. Elke maandag (07.07.–01.09.25) wordt het Rauriser Urwald bezocht onder begeleiding van een Nationaal Park Ranger. Dit enige hoogveen van de Alpen, met meer dan 80 donkere moerastuintjes, frisgroene mossen en romantische open plekken, is de thuisbasis van vele bijzondere planten en dieren.

In het Talschluss duiken wandelaars in gouden tijden. Meer dan 600 jaar lang werd er in de legendarische Goudbergen aan de voet van de Hohe Sonnblick naar Tauerngoud gezocht. Tijdens de bloeiperiode van de mijnbouw in het Raurisertal was tien procent van de wereldwijde goudvoorraad afkomstig uit de Goldberggruppe. Naar schatting ligt er nog steeds zo’n 120 ton verborgen in de bergdiepten. Dit motiveert zowel kleine als grote avonturiers om met de goudpan bij het Bodenhaus en op de Heimalm bij het middenstation van de Rauriser Hochalmbahn hun geluk te beproeven.

In de voetsporen van 300 bronnen

Ongeveer 300 kilometer aan wandelpaden doorkruisen het 30 kilometer lange Raurisertal en zijn vijf zijdalen aan weerszijden. Tussen de Barbarafall aan het einde van het dal en de Kitzlochklamm bij de ingang van het dal ontspringen zo’n 300 natuurlijke bronnen. Een klein mysterie is de Rauriser Urquell met het "Woudgeheim" in het Hüttwinkltal. Dit kleine, mystieke bosmeer verdwijnt van de ene op de andere dag en vult zich net zo snel en onverwachts weer.

Door het Seidlwinkltal leidt een waterinformatieweg langs de Seidlwinklache tot aan de indrukwekkende Spritzbach-waterval. Alle wateren van het Raurisertal monden uiteindelijk uit in de Rauriser Ache. Voordat deze bij Taxenbach in de Salzach stroomt, toont ze nog eenmaal haar kracht in een van de mooiste kloven van de Oostenrijkse Alpen. De Kitzlochklamm is van mei tot oktober toegankelijk en kan via loopbruggen, treden en bruggen worden verkend.

In de voetsporen van Romeinen en muilezeldrijvers

Door het Seidlwinkltal liep al in de oudheid een belangrijke Romeinse handelsroute – en in de late middeleeuwen werd het een van de hoofdwegen voor de muilezelhandel over de Alpen. De Tauernhuizen dienden als onmisbare bevoorradingsstations op deze zware tocht. In het Seidlwinkltal staat nog steeds een authentiek bewaard Tauernhaus uit het jaar 1491, met een door rook gezwartte alpenstube en een imposante ketel boven de open vuurplaats. Hier hielden muilezeldrijvers al 500 jaar geleden halt om zichzelf en hun lastdieren te versterken voor de verdere reis.

Van daaruit trokken ze over het Mittertörl, net onder de Großglockner, naar de zuidkant van de Alpen. Deze zomer wordt er elke dinsdag een begeleide wandeltocht met een Nationaal Park Ranger georganiseerd: In de voetsporen van de muilezeldrijvers, van het Mittertörl bergafwaarts door het Seidlwinkltal tot aan het historische Rauriser Tauernhaus.

Onder gieren in het Krumltal

In Europa waren de lammergieren al uitgestorven toen men in 1986 besloot ze opnieuw in het Raurisertal te introduceren. Vandaag de dag zweven steenarenden, vale gieren en lammergieren weer majestueus boven het Krumltal. Met een lengte tot 1,25 meter en een vleugelspanwijdte van wel 2,9 meter behoren lammergieren tot de grootste vliegende vogels ter wereld. De kans om een van deze indrukwekkende, wit-roestrood-grijszwarte roofvogels te spotten is groot op het leerpad Koningen van de lucht. Geïnteresseerden kunnen wekelijks samen met een Nationaal Park Ranger het “Dal van de Gieren” verkennen en de beste observatieplekken ontdekken. Meer over deze prachtige dieren is te leren in het bezoekerscentrum Im Facettenreich in Wörth en op het roofvogelstation bij de Hochalmhütte, vlak bij het bergstation van de Rauriser Hochalmbahn. www.raurisertal.at/